Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Weet toch, dat de HEERE Zich een [9]gunstgenoot [10]heeft afgezonderd; de HEERE zal horen, als ik tot Hem roep. 9. Te weten, mij, dien God onverdiende goedertierenheid, gunst en weldadigheid bewijst, welke ik genietende en gevoelende, ook van harte genegen ben anderen gunst en we`ldadigheid te bewijzen, zelfs mijnen haters, naar den aard en plicht der kinderen Gods. Zie Matth.5:44,45; 1 Joh.4:11, en voorts van het Hebr. woord zie 2 Kron.6:41. 10. Te weten, tot het koninkrijk. Het Hebr. woord heeft betekenis van wonderlijk handelen en ook afzonderen. Waarom sommigen het overzetten: wonderlijk afgezonderd. Zie Ex.9:4, en Ex.11:7, en Ex.33:16; idem hfdst.17 vs.7, enz.